Algemeen

De cultuur van Cambodja heeft een rijke en gevarieerde ontstaansgeschiedenis van vele eeuwen oud. De vroege beïnvloeding kwam tot stand door zeevarende handelaren uit India. Zij brachten Indiase gebruiken, gewoonten en geloven mee zoals het Hindoeïsme en het Boeddhisme. Ook de taal, het Khmer, vindt hier zijn oorsprong. De Cambodjanen ontwikkelden in de afgelopen tweeduizend jaar een uniek Khmer geloof door het samen laten smelten van het autochtone animistische geloof met (onderdelen van) het Hindoeïsme en het Boeddhisme.

De Khmer cultuur is behoorlijk hiërarchisch. Hoe ouder een persoon is, des te meer respect hem moet worden gegeven. Wanneer een gehuwd stel te oud wordt om zich zelf nog te kunnen verzorgen, kunnen ze de familie van het jongste kind uitnodigen om bij ze in te trekken en het huishouden over te nemen. In deze levensfase geniet het bejaarde echtpaar een hoge status.

In de Cambodjaanse cultuur is het hoofd van iemand erg belangrijk. Er is een sterk geloof dat het hoofd de ziel van de persoon bevat. Het is daarom een taboe om het hoofd aan te raken of, nog erger, er met je voet naar te wijzen. Een ‘aai over de bol’ wordt dus niet echt op prijs gesteld. Het wordt als respectloos gezien om bijvoorbeeld met je voeten gericht naar een persoon te zitten of te slapen. De voeten worden letterlijk als het laagste deel van het lichaam gezien en worden beschouwd als onrein.

In Cambodja groeten de mensen elkaar op een respectvolle manier met de ‘Somplar’. De handpalmen en de vingertoppen worden tegen elkaar gehouden voor de borst. Hoe hoger je je handen houdt, hoe meer respect je toont. Natuurlijk zijn er ook wel wat westerse gewoonten naar binnen geslopen. Een hand geven is niet meer ongebruikelijk, maar kijk eerst even de kat uit de boom. Een flinke omhelzing kan snel intimiderend overkomen. In Cambodja is het niet beleefd om oogcontact te hebben met iemand die veel ouder is of een hogere status heeft. Enkele algemeen heersende opvattingen in Cambodja zijn:

  • Je staat voor zonsopgang op, anders ben je lui;
  • Je vertelt je ouders altijd wat je gaat doen en wanneer je thuiskomt;
  • Je sluit deuren zachtjes, anders ben je humeurig;
  • Je zit niet met je benen over elkaar, want dan ben je onbeleefd;
  • Je laat anderen meer praten dan je zelf doet.

Terug